De Menstruatiecyclus en de dans van de hormonen

Voor de menstruatiecyclus wordt uitgegaan van een gemiddelde duur van 28 dagen. Dit kan per vrouw echter sterk verschillen. Het is dus echt aan te raden om zo veel mogelijk jouw eigen cyclus waar te nemen. Door dat nauwkeurig en gedurende langere tijd te doen kun je inschatten op welke dagen je (on)vruchtbaar bent.

 

Tijdens de cyclus veran-dert het baarmoederhals-slijm van textuur. Vlak voor de ovulatie is het glad, doorzichtig en rekbaar tot slierten. Andere dagen is het meer vast, wit en kleverig. Door goed op de substantie te letten en dit bij te houden op de Maandala krijg je een beeld van jouw cyclus. 

 

Ovuleren & Menstrueren

In deze cyclus zijn twee belangrijke momenten: de ovulatie en de menstruatie. De menstruatie is fysiek het meest zichtbare moment van de cyclus. Omdat je dan gaat bloeden. Daarom begin je met het bijhouden van jouw cyclus op de eerste dag van je menstruatie.

 

Het menstrueren en ovuleren wordt aangestuurd door hormonen. Deze zijn veranderlijk, dit beïnvloedt het gevoels-leven sterk. Door hier bewust mee bezig te zijn, jouw cyclus in kaart te brengen en met het ritme van die cyclus mee te bewegen kan het zijn dat deze zich meer stabiliseert. Dat je menstruatie zich verkort, menstruatieklachten verminderen en je hormonen meer in balans komen.

 

Slijm & Temperatuur

Tijdens de cyclus verandert het baarmoederhals-slijm van textuur. Vlak voor de ovulatie is het glad, doorzichtig en rekbaar tot slierten. Andere dagen is het meer vast, wit en kleverig. Door goed op de substantie te letten en dit bij te houden op de Maandala krijg je een beeld van jouw cyclus. De lichaamstemperatuur stijgt door toename van progesteron vlak na de ovulatie met 0,2 tot 0,9°C. Dit duurt tot het begin van de menstruatie. Door de temperatuur een aantal cycli bij te houden kan je nauw-keurig beeld krijgen over het moment van ovuleren. Dit doe je het beste s’ochtends, voordat je opstaat, bij voorkeur rectaal. 

de dans

 

Tijdens de menstruatiecyclus zijn verschillende hormonen nauwkeurig op elkaar afgestemd. Als je een stabiele cyclus hebt zijn ze goed met elkaar in balans. Deze balans kan worden beïnvloed door veel en langdurige stress en een (on)gezond voedingspatroon. In deze hormonen-balans zijn er drie verschillende hormonen actief die invloed hebben op het gevoelsleven; Oestrogeen, Testosteron en Progesteron.

de hormonen

Oestrogeen geeft een goed gevoel en zorgt ervoor dat je een mooie huid hebt. Je voelt je optimistisch en energiek. Dit hormoon zorgt er ook voor dat je goed om kunt gaan met stress. Het maakt je actief en onderdrukt stemmingswisselingen en vermoeidheid. Ook stimuleert het de weefselvernieuwing van de baarmoeder, het zorgt voor een goed libido. Oestrogeen zorgt voor een heldere afscheiding. Het slijm van de baarmoederhals is flexibel zodat zaadcellen zich beter kunnen bewegen en hier langer in kunnen overleven.

 

Testosteron zorgt voor een verhoogd libido en heeft een piek vlak voor de eisprong. Vaak krijg je vlak na de eisprong door de hoge testosteron-

piek een paar puistjes.

 

Progesteron houdt het Oestrogeen-niveau in balans. Het zorgt ervoor dat je minder energiek bent, en je het liefst thuis op de bank nestelt. Het maakt je slaperig en oncontroleerbare eetbuien zijn bijna niet te voorkomen. Het beschermt tegen nervositeit, angst en prikkelbaarheid. Het slijm in de baarmoedermond verandert. Progesteron zorgt voor witte en kleverige afscheiding. Zaadcellen komen hierdoor niet meer zo makkelijk in de baarmoeder.

de menstruatiecyclus

Dag 1-7: In dit deel van de cyclus ben je ongesteld, dit kan gepaard gaan met menstruatieklachten. De eerste paar dagen is het Oestrogeenniveau het laagst, wat zorgt voor een moe en minder goed gevoel. De latere dagen van de menstruatie neemt het Oestrogeen weer toe, waardoor de energie stijgt. 

 

Dag 8-14: Het Oestrogeen-niveau blijft stijgen, 

dit geeft een uitstekend gevoel. Je barst van 

de energie en je straalt. Aan het einde van deze 

periode stijgt het testosterongehalte waardoor 

het libido stijgt. 

 

Het hoge Oestrogeen-niveau zorgt voor vrucht-

baar baarmoederslijm; een dunne en gladde 

afscheiding. Je kan er heldere elastische slierten 

van trekken. Sperma kan gemakkelijker door dit 

slijm zwemmen en kan er gedurende verschillende 

dagen in overleven. 

 

Doordat het Oestrogeen-niveau blijft stijgen neemt ook het luteïniserend hormoon (LH) toe. Dit hormoon zorgt ervoor dat de ovulatie plaats-

vindt. Dit gebeurt gemiddeld op de 14e dag, maar dit is bij iedere vrouw anders. Door de temperatuurschommeling te meten en op het  baarmoederhalsslijm te letten, kun  je jouw ovulatie vrij nauwkeurig  bepalen.

 

Dag 15-21: Het Oestrogeenniveau daalt in korte tijd enorm, hierdoor slaat je humeur om. Het maakt je vatbaar voor stemmingswisselingen en vermoeidheid. Direct na de ovulatie begint het Progesteron-niveau te stijgen. Dit zorgt ervoor dat de baarmoederwand zich voorbereidt op een bevruchte eicel. Het Progesteron blijft stijgen terwijl het Oestrogeen blijft afnemen. Hierdoor kun je symptomen krijgen van premenstruele spanning, zoals gevoelige borsten, opgeblazen gevoel, lusteloosheid, depressie en geïrriteerdheid.

 

Dag 22-28: Het Oestrogeen-niveau bereikt een diepte punt. Het Progesteron-niveau gaat nu ook omlaag. Dit is de ‘premenstruele periode’,  de slechtste dagen wat betreft chagrijnigheid, neerslachtigheid en moeheid. Bij sommige vrouwen treedt nu het premenstruele syndroom (PMS) op. Als de eicel niet is bevrucht, neemt de hoeveelheid oestrogeen en progesteron sterk af. Dit maakt prikkelbaar en vatbaar voor stemmings wisselingen. 

 

Zonder deze hormonen wordt de dikke baarmoederwand afgebroken en afgestoten door je lichaam. Dit is het begin van je menstruatie en het begin van je volgende menstruatiecyclus. Het testosteron-niveau is nu hoger dan het vrouwelijke hormoon in 

het lichaam. Nadeel hiervan is dat er meer talg wordt aangemaakt, waardoor de huid vetter wordt en je makkelijker puistjes krijgt.

 

Als de eicel wel is bevrucht, kan het zichzelf in de baarmoederwand nestelen. Dit gebeurt vaak een week na de bevruchting. Na innesteling maakt je lichaam het zwangerschapshormoon (hCG) aan. Dit zorgt ervoor dat het Oestrogeen- en Progesteron-niveau hoog blijft om te voorkomen dat de baarmoederwand wordt afgebroken.